Van Agdz zijn we richting de gorges du Dades en Todra gereden. Beide erg indrukwekkend om te rijden en erg veel te zien. De Dadeskloof was erg smal,de rotsen hebben daar de vorm vanhersenen dat is eigenlijk het duidelijkst om te zeggen de camping mooi. Van daaruit zijn we door gereden naar de todrakloof. Ook erg mooi, grilliger dan de dades. Onderweg weer problemen met de vering, en bij camping les amis heeft de eigenaar voor ons iemand gebeld in Tighrir. De volgende dag waren we daar voor half 10 en het werk wat er in Agdz aan was gedaan was niet goed. Er zijn aan beide kanten 2 extra veren onder gemaakt nu van dikker materiaal en wel de goede maat. De vorige monteur had in een lamel een gat gemaakt met een brander waardoor deze eigenlijk waardeloos was. Dat was dus een dure reparatie voor niks. Nu zijn ze weer 6 uur bezig geweest met 2 man en we gaan de stad even in., als we terugkomen vragen ze of we brood mee eten, lekker met olijven en groene thee. Als de klus geklaard is valt de rekening 300 % mee. De todrakloof is 3 x gereden omdat we terug moesten naar de smid, metaalbewerker. Je kunt nu dus wel stellen dat Bert ervaring heeft met deze kloof.Voor mij was het leuk om te zien dat het hotel van een jaar of 8 geleden er nog staat. We rijden verder naar het noorden en moeten flink klimmen. Het hoogste punt voor ons was 2666meter. en komen zonder brokken bij een camping Ibrahim aan in Agoudal. Achter een poort want als we ook maar even langzaam rijden worden we bedolven onder kinderen die roepen donner moi un stilo, donner un bonbon en moeders doen gewoon mee. Wijzen op hun mond en vragen om un tricot, je shirt wordt letterlijk van je lijf gevraagd. In het dorp bij de camping liepen zeker 30 kinderen die allemaal van alles wilden hebben, wat eigenlijk niet meer prettig is. Je moet soms echt oppassen dat er niets gebeurt.We hebben gedouched en hebben gegeten in de auberge, limoen kip tajine. Erg lekker. De eigenaar is beleefd brutaal, pakt gewoon ons bok en vraagt dan of hij het mag inkijken. Met de sigaretten hezelfde verhaal. Hij had al gevraagd of we bier wijn of wiskey hadden, daarnaa of we hasj bij ons hadden. Nee dus. Bert zei ik heb 4 blikjes en die krijg je niet. De uitspraak hier is trouwens: Allah ziet niets in het donker. Het verschil in mentaliteit verandert achter elke berg, dan zijn de mensen joviaal en vriendelijk en open, dan weer verlegen en vriendelijk en dan gewoon brutaal en opdringerig. Vooral in de stedelijke gebieden moet je heel duidelijk zijn, we hebben het Franse woord voor oprotten inmiddels opgezocht maar nog niet gebruikt. Non merci helpt niet altijd. Zeggen dat je uit Noorwegen komt helpt wel eens, daar is geen standaardverhaaltje voor. Bij toeval hebben we een voetbalwedstrijd Frankrijk-Noorwegen gezien dus kunnen we ons leugentje nog kracht bijzetten als het zou moeten J
Van de hoge Atlas gaan we weer naar de midden Atlas, richting Fes is de bedoeling . Het is een supermooie tocht met veel verschillen in de omgeving. Dan bergen waar kleine stukjes grond bebouwd zijn en waar met een klein handsikkeltje geoogst wordt, dan weer grote stukken grond waar met een combine geoogst wordt. De begroeiing varieert van kleine bremstruikjes en thijmbolletjes en distels, tot heuvels met eikjes en bossen. Je merkt dat het leven hier hard werken is, maar er is geen echte armoede. We passeren stukken die je kunt vergelijken met de marokkaamse Betuwe, de kersenpluk is in volle gang.en we komen uit in Azrou en logeren op een buitenverblijf van een Emir uit de Ar emiraten. Dit is dus geen grapje, het is ook in gebruik als camping. Het is een plaatje en lijkt eigenlijk wel een beetje op gebouwen uit de efteling.. Er zit zelfs een winkelcentrum compleet in stijl naast die gesloten is als we aankomen. We reden daar het terrein al op toen bleek dat dat niet de bedoeling was. De man kwam aangerend en nog voor we echt over de ketting weer terug naar buiten waren trok hij hem al op. Ik dacht dat het net goed was gegaan maar een meter of 15 verder hoorden we een raar geluid. Nee he weer iets met Iejoor? Ik stap uit en zie de ketting om het wiel gedraaid zitten en om de remleiding. **** nou dat weer. Ding losgepeuterd samen met de man van de goede poort. Uitgelegd wat die Fou Kabir ( Berts woorden en frans berbers voor grote gek)gedaan had, ik nog een *** en hij ging snel weg. De remleiding lijkt niet kapot en we gaan het terrein op. Lopen een rondje na het eten en bekijken dit mooie verblijf eens goed. Nu zitten we in een bar/keuken waar van alles is inclusief een grote flatscreen en internetten even. ( tv doen we toch maar niet aan ).In plaats van katten die los rond lopen huppen hier een stuk of 15 witte en grijs witte konijntjes rond.
We slapen prima en als we op zijn wordt er een stokbrood gebracht, service van de zaak. Lekker hoor zo krakend vers aan huis gebracht. We rijden naar Fes. Onderweg komen we door een dorp wat helemaal nieuw is, Ifrane,de gebouwen zijn heel modern en alles doet europees aan, de honden worden zelfs aan de lijn uitgelaten. en parkeren de auto bij Bab Boulejoud waar je op loopafstand van de medina kunt overnachten. Behalve well 1000 zwaluwen is er niks maar je mag er staan. Er wordt een schrift uit een gat in de muur gehaald en daar moet ik inschrijven dat ik 50 dh heb betaald voor Iejoor. Naar later blijkt is de parkwachter al 85 maar er gaat hem niks mis. Tot 3 x toe lopen we de medina in om de leuke dingen te vinden maar het zo’n wirwar van straatjes dat het niet lukt. GPS doet het onderin niet en we komen niet op de bedoelde plek. Op de parkeerplaats gaan we met stoel en al lekker in de schaduw zitten naast de sapverkoper. We komen met handen en voeten in gesprek en hebben veel lol. We drinken een sapje bij hem uit onze eigen bekers, er gingen wel 7 sinaasappels in, lekker vitamientjes. Ze worden met de hand geperst lekker hoor. Savonds helpt hij ons aan een goed restaurant waar we echt lekker eten. De “ propper” van het restaurant gaat ons morgen gidsen want we willen toch wel wat van de stad zien. Op de parkeerplaats komt het leven nu goed los de lokalen komen meer naar buiten. Het verschil met Marrakech is groot, hier wordt je wel benaderd maar niet zo vervelend als daar. De prijzen zijn een stuk normaler. Stiekem vind ik het wel een beetje jammer dat we niks mee kunnen nemen want de spullen zijn best leuk.
Uiteindelijk hebben we toch een andere gids ingehuurd omdat de jongen zich had verslapen. Hij laat ons de dingen zien waar we gisteren tig keer voorbij zijn gelopen. Het is een leuke stad, maar we hebben toch het idee dat ook de officiele gids ons richting “bekende”winkels wil sturen.
Op de parkeerplaats hebben we veel lol, Bert zn enkele Berberse woorden breken het ijs volkomen, de parkeerwachter geniet van de Willemkoffie en zit in Bert zijn stoel. Na 2 dagen hebben we het hier wel gezien en rijden richting Meknes. Daar is het heel relaxed rondlopen en kun je het gewoon zelf vinden. Aansluitend zijn we naar de camping gereden Belle Vue 17 km van Meknes. Hier nemen we een paar dagen rust naast een gezellige Zwitser Karl. We bezoeken Volubilis een Romeinse opgraving. Wel mooi maar we hebben veel mooiere gezien. We doen nog Sidi Ali aan een dorp bekend van het beste water van Marokko, maar wat is dat een vies dorp. Ze kunnen wel een wasbeurt met hun eigen water gebruiken daar. We rijden nog weer verder en de vallei waar we doorkomen heet Heureux, het is daar wel erg mooi. De agaves groeien de hemel in en langs de weg staan bloeiende mimosastruiken, er is veel landbouw en er wordt druk geoogst. We halen wat groente en rijden nog door Moulay Idriss wat volgens Karl de buurman het oudste stadje van Marokko is. We hebben het hoogste dorp al gehad ( Agoudal) en het meest oostelijke ( Figuig) Eens kijken welke -het meest- we nog meer tegen komen.
Van de hoge Atlas gaan we weer naar de midden Atlas, richting Fes is de bedoeling . Het is een supermooie tocht met veel verschillen in de omgeving. Dan bergen waar kleine stukjes grond bebouwd zijn en waar met een klein handsikkeltje geoogst wordt, dan weer grote stukken grond waar met een combine geoogst wordt. De begroeiing varieert van kleine bremstruikjes en thijmbolletjes en distels, tot heuvels met eikjes en bossen. Je merkt dat het leven hier hard werken is, maar er is geen echte armoede. We passeren stukken die je kunt vergelijken met de marokkaamse Betuwe, de kersenpluk is in volle gang.en we komen uit in Azrou en logeren op een buitenverblijf van een Emir uit de Ar emiraten. Dit is dus geen grapje, het is ook in gebruik als camping. Het is een plaatje en lijkt eigenlijk wel een beetje op gebouwen uit de efteling.. Er zit zelfs een winkelcentrum compleet in stijl naast die gesloten is als we aankomen. We reden daar het terrein al op toen bleek dat dat niet de bedoeling was. De man kwam aangerend en nog voor we echt over de ketting weer terug naar buiten waren trok hij hem al op. Ik dacht dat het net goed was gegaan maar een meter of 15 verder hoorden we een raar geluid. Nee he weer iets met Iejoor? Ik stap uit en zie de ketting om het wiel gedraaid zitten en om de remleiding. **** nou dat weer. Ding losgepeuterd samen met de man van de goede poort. Uitgelegd wat die Fou Kabir ( Berts woorden en frans berbers voor grote gek)gedaan had, ik nog een *** en hij ging snel weg. De remleiding lijkt niet kapot en we gaan het terrein op. Lopen een rondje na het eten en bekijken dit mooie verblijf eens goed. Nu zitten we in een bar/keuken waar van alles is inclusief een grote flatscreen en internetten even. ( tv doen we toch maar niet aan ).In plaats van katten die los rond lopen huppen hier een stuk of 15 witte en grijs witte konijntjes rond.
We slapen prima en als we op zijn wordt er een stokbrood gebracht, service van de zaak. Lekker hoor zo krakend vers aan huis gebracht. We rijden naar Fes. Onderweg komen we door een dorp wat helemaal nieuw is, Ifrane,de gebouwen zijn heel modern en alles doet europees aan, de honden worden zelfs aan de lijn uitgelaten. en parkeren de auto bij Bab Boulejoud waar je op loopafstand van de medina kunt overnachten. Behalve well 1000 zwaluwen is er niks maar je mag er staan. Er wordt een schrift uit een gat in de muur gehaald en daar moet ik inschrijven dat ik 50 dh heb betaald voor Iejoor. Naar later blijkt is de parkwachter al 85 maar er gaat hem niks mis. Tot 3 x toe lopen we de medina in om de leuke dingen te vinden maar het zo’n wirwar van straatjes dat het niet lukt. GPS doet het onderin niet en we komen niet op de bedoelde plek. Op de parkeerplaats gaan we met stoel en al lekker in de schaduw zitten naast de sapverkoper. We komen met handen en voeten in gesprek en hebben veel lol. We drinken een sapje bij hem uit onze eigen bekers, er gingen wel 7 sinaasappels in, lekker vitamientjes. Ze worden met de hand geperst lekker hoor. Savonds helpt hij ons aan een goed restaurant waar we echt lekker eten. De “ propper” van het restaurant gaat ons morgen gidsen want we willen toch wel wat van de stad zien. Op de parkeerplaats komt het leven nu goed los de lokalen komen meer naar buiten. Het verschil met Marrakech is groot, hier wordt je wel benaderd maar niet zo vervelend als daar. De prijzen zijn een stuk normaler. Stiekem vind ik het wel een beetje jammer dat we niks mee kunnen nemen want de spullen zijn best leuk.
Uiteindelijk hebben we toch een andere gids ingehuurd omdat de jongen zich had verslapen. Hij laat ons de dingen zien waar we gisteren tig keer voorbij zijn gelopen. Het is een leuke stad, maar we hebben toch het idee dat ook de officiele gids ons richting “bekende”winkels wil sturen.
Op de parkeerplaats hebben we veel lol, Bert zn enkele Berberse woorden breken het ijs volkomen, de parkeerwachter geniet van de Willemkoffie en zit in Bert zijn stoel. Na 2 dagen hebben we het hier wel gezien en rijden richting Meknes. Daar is het heel relaxed rondlopen en kun je het gewoon zelf vinden. Aansluitend zijn we naar de camping gereden Belle Vue 17 km van Meknes. Hier nemen we een paar dagen rust naast een gezellige Zwitser Karl. We bezoeken Volubilis een Romeinse opgraving. Wel mooi maar we hebben veel mooiere gezien. We doen nog Sidi Ali aan een dorp bekend van het beste water van Marokko, maar wat is dat een vies dorp. Ze kunnen wel een wasbeurt met hun eigen water gebruiken daar. We rijden nog weer verder en de vallei waar we doorkomen heet Heureux, het is daar wel erg mooi. De agaves groeien de hemel in en langs de weg staan bloeiende mimosastruiken, er is veel landbouw en er wordt druk geoogst. We halen wat groente en rijden nog door Moulay Idriss wat volgens Karl de buurman het oudste stadje van Marokko is. We hebben het hoogste dorp al gehad ( Agoudal) en het meest oostelijke ( Figuig) Eens kijken welke -het meest- we nog meer tegen komen.