De 30ste zijn we naar de grens gereden, daar zou een hotel zijn waar je goed kon staan. De beschrijving was iets te mooi, maar het maakte niet uit. We hebben eens wat rondgekeken en ik ben richting gesloten grenspost gelopen. Daar werd ik al snel aangesproken door een beambte die me de voorlopige procedure uitlegde. Gewoon in de rij voor de grens gaan staan anders sta je morgen helemaal achteraan en ja je mag gewoon slapen in de voiture. Zogezegd zo gedaan we sluiten als 11de aan. We rommelen wat rond, Bert gaat eens “buurten” en ik kook eten. Hierna gaat Bert voetbal kijken en doet zo naar later blijkt goede contacten op. De nacht is onrustig, de koelwagen direkt naast ons staat uit, maar die daarnaast draait op volle toeren. Het blijft een geloop van mensen en geslaan van deuren.
We wilden om 7 uur opstaan omdat de grens om 9 uur open zou zijn. Dat lukt niet helemaal, maar we zijn op tijd klaar. Er komt nog iemand om koffie vragen, ok hoor dat mag wel. Zo rond 10 uur ging dan de poort open, de man van de bewaking fietste alle wagens langs en floot iederen tot orde. Hup auto’s starten , naar je wagen, en ja dan moet je gewoon nog even wachten. Na dik 30 minuten mochten we tot de 1ste man rijden. In principe is de volgorde politie voor je persoonspapieren, dan de douane voor je auto, dan weer de politie om te zeggen dat je de douanestempel hebt en dan nog een keer registreren dat je echt gaat ( ongeveer). De werkelijkheid is even wat minder logisch, polite voor je paspoort, moet je wel het goede kantoortje van de politie hebben dus na even wachten werden we naar de goede gestuurd. Daar stond een fikse rij, waaronder ook een van de chauffeurs van de avond ervoor. Die pakte onze passen en legde ze in de vensterbank voor het paspoortbrede geopende afgeplakte raampje. Niemand protesteerde. Onze passen werden na een kwartier of zo gepakt en teruggegeven, we hadden een verkeerde kleur papiertje en moesten opnieuw invullen. De chauffeur herhaalde zijn ding , mijn naam werd geroepen en ik sprong maar wat omhoog voor het loket en riep oui cést moi, de beambte kon en een beetje mee lachen en we kregen een stempel. Althans ik, Bert niet want die moest nu eerst bij de douane een stempel voor de auto gaan halen. Ok kantoor douane was duidelijk maar er moest eerst iemand mee om te kijken naa de auto. Hij schreef wat op het papiertje en toen moesten we weer naar binnen. Daar kregen we te horen dat we weer naar de politie moesten om voor Bert een stempel te halen. Nu ging het sneller, Bert kreeg zijn stempel en we moesten weer terug naar de douane waar zijn papieren werden ingescand. Daarna mochten we een post verder. De auto werd nagekeken door mens en hond, er werd gevraagd of we wapens hadden en we moesten nog naar een kantoor om ons te registreren. Ik “snapte”het niet zo goed en vroeg nog maar eens wat we moesten. De man zei ga daar maar staan en geef je paspoorten en het kentekenbewijs. Ondanks de rij redelijk snel aan de beurt, alles werd daar met de hand overgenomen in een groot boek. Na nog een controle mochten we rijden en om 11.50 reden we niemandsland in.
Onderweg is het 1 grote vuilnisbelt, tv’s koelkasten autobanden en nog meer. De weg is slechter dan slecht, het is een baan met keien en gaten en zand. Onderweg ontstaat er een soort van file omdat er een auto stuk is. Na een km of 5 zien we de Mauretaanse grenspost en we hopen er maar het beste van. We hadden geen antwoord gehad op de mail die we hadden gestuurd naar iemand om te begeleiden. Watjes die we zijn ;-) We worden aangeklampt door diverse mensen om geld te wisselen, hulp bij formaliteiten, simkaarten en nog meer. Tot onze verassing stond de man die we hadden gemaild op ons te wachten. Hij heeft ons in eigenlijk no time overal doorheengeloodsd, weet de goede loketten en kent zn mensen. De auto wordt nagekeken eerst door 1 man later komt er een chef bij en er wordt naar alcohol gevraagd. We zeggen “eerlijk” we hebben 1 blikje bier en 1 fles wijn. Ok dat mag, dan komt de hond naar voren. Deze heeft er zin in, we worden een beetje naar als ze veel belangstelling heeft voor het rechter achterwiel. Er zal toch niet iets ingestopt zijn? De hond rook dus kennelijk de sigaren van Bert die ongeveer daar in een verborgen ruimte lagen. FIJN. Die gaan dus een andere keer bovenin want daar hadden we 30 kg waspoeder inkunnen stoppen. Daarna het papierwerk, we moeten een verklaring kopen/tekenen dat we de auto niet verkopen, een verzekering bijkopen ondanks onze alessi afrika verzekering en je gelooft het of niet een parkeerticket betalen omdat we de auto voor het douanekantoor moeten parkeren. Onze vingerafdrukken worden digitaal opgeslagen en een foto wordt gemaakt. We mogen naar de laatste controle en voorbij de ketting betalen we onze hulpman. Alles bijelkaar kostte het € 60,- inclusief alle verklaringen en de verzekering. Zijn hulp was hier € 10,- van daar kun je geen buil aan vallen. We zijn een ervaring rijker en weten nu hoe het ongeveer kan gaan. Al met al is het best imponerend.
Dan gaat de rit naar Nouadhibu, naar een camping in de stad en kunnen we bijkomen van alle indrukken. De weg lijkt redelijk, maar er zitten grote gaten in. Op de rit van 55 km worden we 6 x gestopt door diverse instanties voor fiches en de Honneursverklaring. Vaak word je 2 x kort naelkaar gecheckt. De 1ste x is al na 7 km na de grens. Men is vriendelijk maar formeel.
Gelukkig hebben we al wat lokaal geld en we gaan naar een restaurant/winkel/patisserie die van een geimmigreerde tot moslima bekeerde Roemeense is. MMMMMMMMMM we eten er ’s avonds ook, de speciale Ramadanschotel van soep, dadels crepes en lekkere koekjes.MMMMMMMMM en omdat de broer van deze vrouw in de zaak is en ons Nederlands hoort praten komt hij er even bij zitten. Hij heeft in Belgie gewoond en wil even Nederlands praten. We krijgen een glas drinken aangeboden waarvan we hopen dat we tegen het water kunnen, het is nl ranja maar wel een heel lekkere.
Het drinkwater is ok, het is gechloord merken we in de ochtend omdat er voor ons 1 fles water was neergezet. Helaas hebben we vanaf gisteravond al geen water meer op de camping, dus bijtanken kunnen we niet. Dat is wel even lastig, we moeten nu echt bijtanken. Volgens het boekje van Kohlbach zouden we bij de politie water kunnen halen, maar ook daar is geen. We hebben nog wel wat flessen, dus dorst krijgen we nog niet. Wassen kunnen we helaas nu niet, dus er moeten waar wat kledingstukken worden omgedraaid. Bij de politie wordt duidelijk dat er een hoofdleiding is doorgebroken.
We kopen een simkaartje voor de telefoon. Hoe het precies werkt weten we nog niet, daar komen we vast nog achter. We pinnen geld, wat maar bij 1 bank kan omdat onze visa geen magneetstrip heeft maar een chip, je moet het maar net weten. We zoeken contact met Maud, een Francaise waar we contact mee hebben vanaf Barbas. We dachten dat zij een camping beeert in een lagune, klopt wel alleen hij is nog niet klaar.We ontmoeten elkaar in de stad en zo ook Sidi, die haar begeleidt maar eigen een soort concierge is van de flat waar ze woont. We rijden er evengoed heen en onderweg merken we dat het vreselijk hard waait en dat het zicht redelijk slecht is. We worden natuurlijk weer een aantal keren gecontroleerd voor we er zijn. Het is een mooie plek maar we kunnen er niet overnachten vanwege de wind en het zand. We drinken koffie in het aanstaande restaurant en praten de tijd om. We vragen waar we eventueel een treinticket kunnen kopen om richting Zouerat te gaan zodat we de piste niet hoeven te rijden en ook niet helemaal om, om in Atar te komen. Sidi wil ons hierbij helpen. Terug naar de stad na de gebruikelijke controles komen we bij het placement, maar de boss is er niet. Morgen wel. We mogen de auto naast de flat neerzetten, vooral omdat Sidi verbaasd is over het bedrag wat we zouden moeten betalen op de camping. En omdat ernog steeds nergens water is maakt het qua luxe niets uit als we naast de flat parkeren. ’S Avonds gaan we nog even bij Maud op bezoek en gaan slapen.
De volgende dag Is er weer water en tanken we het reservoir vol. We gaan kijken voor een treinticket, dat heeft best haken en ogen. Het is mogelijk om de auto op een platte wagon te zetten en dan in de auto mee te rijden. Het is best lastig want Iejoor moet er natuurlijk ook weer af en dat is niet overal mogelijk. Het hangt af van de wagon, of er plaats is en er hangt een prijskaartje aan. Op papier moeten toeristen 2 x zoveel betalen dan locals maar dat vindt Boss niet terecht. Het komt er op neer dat we misschien zondag misschien maandag ingepland kunnen worden voor de halve toeristenprijs maar dat weet hij niet zeker. We wachten het dus maar af en we moeten zondag om 8 uur daar staan om te weten of het kan. Maar misschien belt hij , gelukkig is Maud onze vertaalster en Sidi helpt met het overleg. Hierna trakteren we ze op koffie en patisserie want we willen wat terugdoen. Sidi nodigt ons uit voor thee bij zijn familie. Wat is dat leuk om mee te maken. Ondanks de Ramadan wordt voor ons thee gemaakt waar ze zelf bijna niet van drinken. Het is een heel ritueel van opschenken en omschenken zodat er schuim ontstaat onderin de glaasjes waarna er een klein beetje ingeschonken wordt en dat drink je dan op. Dit wordt totaal 3 x gedaan en dan is de thee op. Het allerleukst was wel dat ik het mocht doen en les kreeg in theeopschenken. Daar heb ik de opgelopen blaar wel voor over.